FAQ

Ondanks het feit dat er in Belgie geen wettelijke verplichtingen zijn wat betreft het besturen van een roeiboot op volle zee, raden wij aan dat voor de mensen die verder willen gaan met het zeeroeien, het heel interessant blijkt om het Algemeen Stuurbrevet (link)op zak te hebben. Door een beknopte kennis van de boeien, lichten, en voorrangsregels kan men immers heel wat misverstanden met andere waterratten vermijden. Ook het gebruik van een marifoon kan levens redden en mits het afleggen van een kleine proef  bij het BIPT(link) mag en kan u dit toestel gebruiken.

Uiteraard hebben onze begeleiders de nodige brevetten om uw roeitocht veilig te laten verlopen.

Wettelijk verplichte uitrusting op zee:

Pleziervaartuig, uitgezonderd kano, kajak en zeilplank

  • Reddingsmiddelen: reddingsgordel voor iedere opvarende, lichtgevende reddingsboei indien het vaartuig nachtelijke tochten onderneemt, afdoende noodseinen waaronder vuurpijlen;
  • Nautische instrumenten: misthoorn, magnetisch kompas, navigatielichten, dieplood;
  • Uitrustingsmaterieel: anker, pomp of hoosvat, voldoende aantal roeispanen met hun dollen, 20m tros voor allerhande werken, blusapparaat voor motorjachten, hamer, bootshaak, elektrische lamp geschikt voor het geven van lichtsignalen, volledig stel zeilen voor zeiljachten;
  • Heel- en verbandmiddelen: waterdichte doos met het nodige verband en andere gewone farmaceutische producten.
  • Documenten: Vlaggenbrief, dubbel van verzekeringspolis, scheepvaartreglementen, getijdenboekje, bijgewerkte zeekaarten

Kano en kajak:

  • Reddingsmiddelen: opblaasbare reddingsboei of opblaasbare kussens;
  • Nautische instrumenten: kleine misthoorn of dubbele toonfluit;
  • Uitrustingsmaterieel: reservepaddel als het een éénzitter betreft, meertouw van ten minste 10m, opblaasbare puntluchtzakken vóór en achter voor vouwboten, enterhaakje, desgevallend de nummerplaat van de vereniging waartoe ze behoren of waarvan de eigenaar lid is.

Zeilplank:

  • Reddingsmiddelen: isotherm pak dragen;
  • Uitrustingsmaterieel: 2 handstakellichten, bevestigingssysteem van de mast aan de plank.

Ook nuttig ,de diabolo regel  (Politiereglement territoriale zee).

Hoofdstuk VI. Diverse bepalingen

A. Pleziervaart en strandvisserij

Art. 37.

§ 1. Roeiboten van welke omvang ook, en pleziervaartuigen waarvan de lengte over alles 6 m of minder bedraagt, mogen geen zee kiezen indien buitengaats de van uit zee waaiende wind kracht 3 Beaufort of de van uit land waaiende wind kracht 4 Beaufort heeft of te boven gaat.

§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing op pleziervaartuigen die aan georganiseerde wedstrijden of zeilcursussen deelnemen, op voorwaarde dat die vaartuigen er onder afdoend toezicht van de organisatoren blijven.

§ 3. Voor de toepassing van § 1 wordt een wind welke op een gegeven plaats evenwijdig met de Belgische kust waait beschouwd als een van uit zee waaiende wind.

§ 4. In de havens wordt het uit paragraaf 1 volgende verbod aangeduid, bij dag door een zwarte figuur bestaande uit twee kegels met de punten tegen elkaar, de ene loodrecht onder de andere, bij nacht door een rondom zichtbaar violet flikkerlicht.

Deze seinen worden gehesen of vertoond:

a) te Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort: op de seinmast geplaatst op het loodswezengebouw;

b) te Blankenberge: op de mast geplaatst bewesten het vuurtorengebouw. Op plaatsen van de kust vermeld in artikel 32 wordt het in § 1 voorzien verbod met een passend dagmerk kenbaar gemaakt door de gemeentelijke overheden [i]Art. 37.

Art. 39.

§ 1. Langs de stranden van de Belgische kust mag geen vaartuig zee kiezen tenzij vanaf de plaatsen die door de ambtenaren van het Bestuur der Waterwegen worden aangeduid en binnen de grenzen die door hen zijn vastgelegd geworden. Zeilplanken mogen bovendien zich aldaar niet verder van de kust verwijderen dan tot op een afstand van 200 m.

§ 2. Behalve op de krachtens de eerste paragraaf aangeduide plaatsen mag geen vaartuig, behoudens bij overmacht, het strand naderen op een afstand van minder dan 200 m.

Nog enkele nuttige tips:

  • zorg ervoor dat je de hoog- en laagwaterstand kent voor je vertrekt, zo kan je de sterkte van de stroming inschatten onderweg
  • Hou rekening met de stroming, vanaf 2u na laag water (opkomend water) = stroming richting Nederland, vanaf 2 uur na hoog water (afgaand water) = stroming richting Frankrijk. Vertrek dus steeds tegen stroom, je positie na enige tijd zal wel uitwijzen of het nog nuttig is door te varen.
  • bekijk op voorhand het weer en de toestand van de zee via www.kustweerbericht.be.
  • zorg ervoor dat je tijdens de tocht verschillende aanlegplaatsen kent- bv.slipway’s, strandclubs of havens- mocht het weer omslaan en je verplicht wordt terug te roeien.
  • neem altijd droge kledij mee op de boot, in een waterdichte zak.
  • ga nooit alleen roeien zonder iemand ervan op de hoogte te hebben gebracht.
  • Het is aangewezen een GSM toestel in een waterdichte verpakking mee te nemen op zee; sla het nummer van het clubhuis vooraf op in je toestel.

Leave a Reply